Een class is een verzameling van gerelateerde velden. Deze worden in Unicat op drie manieren toegepast:
Toegekend aan een definition, denk bijvoorbeeld aan een SEO class, een Print class, of een ERP class
Als extension voor een record definition, zoals een ‘ijsconservatoren’ class
Als basis voor een field van type class of classlist, bijvoorbeeld de ‘afmetingen’ class met lengte, breedte, en hoogte velden, die dan weer wordt gebruikt in de velden ‘afmetingen intern’ en ‘afmetingen extern’
Bij het bekijken van een class zijn er een aantal vaste waardes die per class vast liggen. De vaste waarden die opgegeven kunnen worden voor een class zijn als volgt.
Name – de interne naam, welke voor alle talen gelijk is. Deze naam kan worden gebruikt in API calls, indien de gebruiker via de API een class will aanroepen. De benaming moet uniek zijn.
Label – de naam die getoond wordt in het record. Deze benaming kan per taal verschillen. Deze naam hoeft niet uniek te zijn, en kan dus op meerdere classes gebruikt worden.
Fields – hierin komen de velden voor deze class. Deze velden zijn bestaande 'fields' in Unicat.
Het maken van een class wordt op de volgende manier gedaan.
Navigeer naar de schema workspace.
Klik met de rechtermuisknop op het woord “Classes”.
Klik met de linkermuisknop op de optie “New class”.
Unicat creëert nu een nieuwe class.
Vul nu minstens de name in.
Vul het label in en voeg de gewenste velden toe (met ‘Add a field’ of door drag-and-drop).
Klik met de linkermuisknop op de optie “Commit” in de inspector om de class actief te maken.
Het maken van een class wordt op de volgende manier gedaan.
Navigeer naar de schema workspace.
Klik met de linkermuisknop op de class die aangepast moet worden.
Maak nu de gewenste aanpassing(en) aan de class in de worksheet.
Klik met de linkermuisknop op de optie “Commit” in de inspector om de aanpassing(en) actief te maken. Als alternatief kan ook met de rechtermuisknop op de class worden geklikt en hier de optie “Commit class” worden geklikt.
Op het moment dat er een aanpassing in een class is, zal bij de class een blauwe balk in de inspector verschijnen. Op het moment dat je met de linkermuisknop op de optie “Commit” klikt verdwijnt dit weer, zodat zichtbaar is waar er nog aanpassingen opgeslagen moeten worden.
Als je nog niet gecommit hebt en je wilt de wijzigingen ongedaan maken, klik dan op de optie “Revert changes” in de inspector, waarbij de aanpassingen die nog niet gecommit zijn terug worden gedraaid.
Indien er van deze aangepaste class een nieuwe class gemaakt moet worden, kan er met de linkermuisknop op de optie “Save as new” worden geklikt in de inspector. Deze optie zal de class als een nieuwe class aanmaken.
Het dupliceren van een class wordt op de volgende manier gedaan.
Navigeer naar de schema workspace.
Klik met de rechtermuisknop op de class die gedupliceerd moet worden.
Klik met de linkermuisknop op de optie “Duplicate class”.
Pas de naam, het label, en de velden aan.
Klik met de linkermuisknop op de optie “Commit” in de inspector om de duplicatie actief te maken. Unicat zal een uniek nummer achter de name zetten bij een duplicaat, zodat deze niet met het origineel in de knoop raakt. Deze name is gewoon te wijzigen.
Het verwijderen van een class wordt op de volgende manier gedaan.
Navigeer naar de schema workspace.
Klik met de rechtermuisknop op de class die verwijderd moet worden.
Klik met de linkermuisknop op de optie “Delete class (if unused)”. Een class kan alleen verwijderd worden als deze niet in gebruik is in de Unicat structuur. Dit kan zijn doordat deze toegekend is aan een definition, als basis is gebruikt voor een veld van type class of classlist, of als extension is toegekend aan een record.